Obstipatie op de kinderleeftijd

Auteur(s): Landman, M. en Groeneweg, M.

Obstipatie is een veelvoorkomend probleem op de kinderleeftijd. Wereldwijd varieert de prevalentie van 0,7 tot 30%.1-3 Obstipatie komt zowel bij jonge kinderen als bij oudere kinderen voor. De prevalentie is het hoogst rond de tijd dat kinderen zindelijk worden voor ontlasting. Ophoudgedrag als gevolg van angst en weerstand (vaak versterkt door episodisch pijnlijke en harde ontlasting) zijn bepalend voor het ontwikkelen van obstipatie. Risicofactoren voor het ontwikkelen van obstipatie zijn nog onvoldoende onderzocht. Familiaire belasting, lage inname van vezels (vooral groenten en fruit), overgewicht en een laag opleidingsniveau van ouders lijken van invloed te zijn.

Van de kinderen die in de periode van zindelijkheidstraining symptomen van obstipatie ontwikkelen, toont ongeveer 20% een chronisch beloop. Bij deze subgroep van kinderen recidiveren de symptomen van obstipatie regelmatig, ondanks initieel succesvolle behandeling. Follow-up studies tonen dat ongeveer de helft van deze kinderen in de periode van zes maanden na succesvolle behandeling een terugval van obstipatie laten zien. Dit is de groep kinderen die verwezen wordt naar kinderartsen en naar kinderartsen voor maag-, darm- en leverziekten.

Er ontstaat meer urgentie om de obstipatie goed te behandelen als het kind ook incontinent wordt voor ontlasting (fecesincontinentie). Dit is een belangrijk en ook ernstig symptoom, dat meestal is terug te voeren op al langer bestaande obstipatie. Bij deze kinderen met een chronische obstipatie is er een toename van de rectale compliantie, en een afname van rectale sensatie.

In praktijk betekent dit, dat het kind meerdere dagen geen ontlasting kan hebben, en dat het kind pas heel laat (bij ophoping van veel ontlasting in het uitgerekte rectum) een aandrangsprikkel voelt. Door deze late prikkel treedt tussentijds onwillekeurig ontlastingsverlies op (fecesincontinentie).

Editie 2, 2013 Download artikel

Inloggen